Discussieavond over lastechniek
Dinsdag 16 mei 2006 te Maastricht-Airport
Hein Leurs (LPI) werkzaam bij NUON Power Buggenum moest onverwacht deze avond in zijn eentje leiden, aangezien de andere spreker (Harry Schrijen van SABIC) verhinderd was. En dit ging Hein goed af. Er waren door de leden tal van lastechnische vragen vooraf op schrift gesteld waar Hein zich (samen met Hub Orbons) op heeft kunnen voorbereiden.....
Hieronder het resultaat in een notendop van een avondje discussiëren met vakidioten.
Geen las is de beste las, maar hoe ziet de lastechniek er over 10 jaar uit en wie is dan de lasser en welke kwalificaties (competenties) moet de lasser dan bezitten?
Deze vraag (eigenlijk zijn het er 3!) mocht het spits afbijten.
Via de robot-lastechniek, naar de buitenlandse opleidingen (België scoort hoog momenteel) kwamen we uit bij het huidige slechte investeringsklimaat. Specialistische reparatiebedrijven en grote ketelbouwers (bijv. in Duitsland) liggen niet meer voor het oprapen. Daarbij is globalisering het toverwoord (ook afstanden bestaan tegenwoordig niet meer). Apparaten gaan langer mee (Fitness For Purpose).
Het NIL heeft een onderzoek gedaan in Albanië waar oude lasapparatuur naar toe is verscheept. Inmiddels heeft dit land zich opgebouwd tot een niet te onderschatten concurrent van Nederland. En zoals bekend, in Polen en Tsjechië zit ook goed vakpersoneel…
Welke nieuwe materialen zullen we het meest gaan gebruiken en komen er ook andere verbindingstechnieken en technologieën?
Magnesium werd als eerste geopperd (lezing van …april)
Super-duplexen en super legeringen.
Op welke gronden kan er bij lassen MBE gekozen worden voor lassen met gelijkstroom dan wel wisselstroom?
Nederland is een van de weinige landen waar met wisselstroom gelast wordt. Wisselstroomtrafo’s worden dan ook bijna niet meer gemaakt c.q. verkocht. Bij wisselstroomtrafo’s hebben we te maken met een open spanning waardoor een spanningsverlagingrelais benodigd is. Bij gelijkstroom is dit niet nodig i.v.m. de veilige spanning.
Hoe ontstaat blaaswerking bij gelijkstroom en op welke manier is het te voorkomen?
Hier is sprake van een afwijking van de boog. Oorzaak kan zijn magnetisme in het werkstuk door bijvoorbeeld freeswerkzaamheden. Ook kan de aardklem verkeerd geplaatst zijn (interactie van de magnetische krachtvelden), maar ook verschillen tussen trafo’s (schakeltechniek) kunnen debet zijn aan dit ongewenste fenomeen.
door het werkstuk iets naar achter te leggen en de aardklem aan de achterzijden te plaatsen moet het probleem al verminderen.
altijd van de klem aflassen, niet naar de klem toe.
magnetisme in de naad: kabel om de pijp wikkelen.
Welke mogelijkheden zijn er om tot lasser opgeleid te worden?
In vakblad “Lastechniek”stond recentelijk nog een lijst met opleidingsinstituten.
Deze vraag bracht de discussie lekker op gang.
Leraren op VMBO kunnen zelf niet lassen! (Op de ROC nóg wel...).
Centrum Voor Vakopleidingen (CVV) is helaas opgedoekt (verkocht aan Roemenië).
In België (Essen?) zijn er 20 jonge lassers gestart. Opleidingen in België zijn beter georganiseerd.
‘Salarissen zijn slecht’ wordt als motief genoemd vanwege de slechte instroom. “Fordfabrieken betalen beter”. De huidige jonge generatie wil graag snel beschikken over geld (lees snelle auto) waardoor de animo voor een langdurig werk/leertraject wegebt.
België wordt geëerd met het beste onderwijssysteem van de wereld! (maar ook het duurste van Europa). Credit-uren en overheidssubsidies helpen hier in de positieve zin. België nijgt thans echter naar het Nederlandse systeem, hetgeen een slechte ontwikkeling is.
Voorts kent men in België ook nog het verschil tussen arbeiders en bedienden (bureauwerkers). Arbeiders worden per uur betaald en bedienden per maand. Beiden hebben aparte bonden.
Bij Essent kan het ook goed verkeren: opleiding betaald door de baas – in de uren van de baas.
Wat is de toegevoegde waarde om spanningsarm te gloeien van 13CrMo44 materiaal tot 8 mm dikte?
De eis van een hardheid van Max. 350 Vickers volgt uit de Lasmethode Kwalificaties van de ISO 15614 norm. Beaamt wordt inderdaad: hoe dunner het materiaal--> niet meer gloeien. Bij water/stoom systeem heeft Hein er geen moeite mee om niet te gloeien.
Het contract met de klant is ook bepalend of er wel of niet gegloeid dient te worden.
Materiaal in levertoestand +100 Vickers is acceptabel; > 100Vickers, afkeur.
Bij corrosievaste toestanden wordt spanningsarm gloeien wel als vereiste gezien.
Hoog voorwarmen kan de afkoelsnelheid positief beïnvloeden.
Ook is stil gestaan bij het minimaal 30 minuten op temperatuur houden van de gloeitemperatuur en de invloeden van gloeien op de kruipbestendigheid en de invloeden op waterstofaantasting.
Hoe een T-stuk te repareren in een warme reheatleiding?
Een leiding onder een turbine is onderhevig aan trillingen. Het medium in de pijp is oververhitte stoom (waardoor geen vocht meer inwendig).
Materiaal 14MoV6.3 / DN 600 – 45 mm dik (T-stuk is dikker dan de pijp) / 200.000 bedrijfsuren
Scheurlengte 200 mm (lek voor breuk, uitgangspunt scheur van buitenaf).
Oorzaak van de scheur wordt gesteld op inwerking van krachten en momenten. Het is niet bekend of er wanddikteverminderingen in het spel zijn.
Voorgesteld wordt om in ieder geval microscopisch onderzoek uit te voeren.
Door de 200.000 bedrijfsuren is het materiaal minder kruipvast geworden. Geadviseerd werd om met een undermatching toevoegmateriaal te lassen i.v.m. de materiaalsterkte (hiermee wordt de kruipsterkte bedoeld).
Hoe gescheurde lassen van membraamwandpijpen te repareren?
De wandpijpen zijn overbelast t.g.v. droogstoken van de ketel. Er zijn grote trekspanningen op de lasverbinding overgebracht incl. plastische vervorming. Gevolg: scheuren van ca. 1 mm diep.
Materiaal membraamwandpijpen: St. 35.8 I (rd. 63,5 x 4,5 mm)
Materiaal header: 15 Mo 3 (rd. 323 x 45 mm).
Voorgesteld word om lokaal te repareren en evt. weldolets toe te passen.
Altijd spanningsarm gloeien i.v.m. verlagen lasspanningen!
De laatste vragen gingen over
het verschil in hoger rendement tussen EWS 7015 en EWS 7018 elektroden?
afkoeltijden van 10 CrMo 9 10? (i.v.m. waterstof perikelen),
kerftaaiheid van austeniet bij extreem lage temperaturen? (- 196 graden geen enkel probleem),
normaalgloeien na het lassen? (koolstof lost op, waardoor de las niet meer tegen normaalgloeien bestand is. P91 gelast materiaal daarentegen kan wel normaliserend gegloeid).
Vlamrichten; wanneer verpest je het materiaal? (procedure maken en kwaliteitsbewaking tijdens het richten zijn hier de remedies).
Ten slotte, een leuke opkomst qua aantallen, interessante vragen, en interactiviteit tussen presentator en lasgroepleden. Kortom, deze avond voldeed volledig aan de doelstelling van onze club en de voorzitter gaf aan dat dit zeker voor herhaling vatbaar is. Samen met deze laatste woorden werden Hein en Hub met een ‘nat’ bedankje in het zonnetje gezet en werd deze avond tevreden afgesloten.
Peter Debie
Secretaris a.i.